-
1 er is geen reden tot ongerustheid
Deens-Russisch woordenboek > er is geen reden tot ongerustheid
-
2 er is geen reden tot ongerustheid
er is geen reden tot ongerustheidthere is no cause for concern/no reason to worryVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er is geen reden tot ongerustheid
-
3 ongerustheid
♦voorbeelden: -
4 ongerustheid
♦voorbeelden:1 er is geen reden tot ongerustheid • there is no cause for concern/no reason to worry -
5 reden
♦voorbeelden:voldoende reden voor iets hebben • avoir une bonne raison de faire qc.met reden • avec juste raisoneen met redenen omkleed voorstel • une proposition motivéeom redenen van menselijkheid • pour des raisons humanitairesom een of andere reden • pour une raison ou pour une autregeen reden tot klagen hebben • ne pas avoir à se plaindreer is geen reden voor ongerustheid • il n'y a pas lieu de s'inquiéteren niet zonder reden! • et pour cause!reden te meer • raison de pluswe hebben reden te over om • nous avons toutes les raisons du monde de -
6 cause for concern
cause for concern -
7 concern
n. bezorgdheid; interesse; onderneming, fabriek; conglomeraat--------v. zich bezig houden met; bezorgd makenconcern1[ kənsə:n] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 aangelegenheid ⇒ belang, interesse2 (be)zorg(dheid) ⇒ begaanheid, (gevoel van) betrokkenheid3 bedrijf ⇒ onderneming, firma♦voorbeelden:1 your drinking habits aren't my concern/are no concern of mine • uw drinkgewoonten gaan mij niet aan/zijn mijn zaak nietlook at someone in concern • begaan/zorgelijk naar iemand kijkenpaying concern • winstgevend/rendabel bedrijf4 have a concern in a business • aandelen/een belang hebben in een zaak————————concern2〈 werkwoord〉1 aangaan ⇒ raken, van belang zijn voor2 betreffen ⇒ gaan/handelen over3 met zorg vervullen ⇒ dwars zitten, verontrusten♦voorbeelden:where money is concerned • als het om geld gaatso/as far as your role is concerned • wat uw rol aangaatas far as I'm concerned • wat mij betreft, voor mijn part4 be concerned/concern oneself about/in/over/with something • zich ergens mee bezighouden/voor inzetten/zorgen om maken -
8 cause
n. oorzaak; reden; beweegreden; aanleiding; zaak--------v. veroorzakencause1[ ko:z] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 oorzaak2 reden ⇒ beweegreden, motief, grond♦voorbeelden:2 give cause for • reden geven tot/omthere is no cause for alarm • er is geen reden voor ongerustheidwork for a good cause • voor een goed doel werkenplead one's cause • zijn zaak bepleitena lost cause • een verloren/hopeloze zaak————————cause2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский